BEL ONS: 035 - 73 70 425
KONINGINNELAAN 23, 3762 DA, SOEST
SPOED: 0900 222 3000
Vlooien bij de kat
In de praktijk komt het regelmatig voor dat eigenaren klagen dat ze onvoldoende resultaat zien bij de vlooienbestrijding. Daarmee bedoelen ze de aanwezigheid van vlooien bij huisdieren ondanks een ingestelde behandeling. Vaak spreekt men dan over resistentie. Meestal ligt de oorzaak van het falen echter in een van onderstaande problemen:
-
Verkeerde toediening; bij pipetten bijvoorbeeld aanbrengen op het haar i.p.v. de huid
-
Verkeerde dosering; vaak bij de sprayformule, maar ook het geven van niet de volledige inhoud van een pipet komt regelmatig voor
-
Verkeerde behandelfrequentie en/of behandelingsduur; bijvoorbeeld niet lang genoeg achter elkaar behandelen of niet alle dieren behandelen
-
Verkeerd verwachtingspatroon; soms wordt al binnen een week na de eerste behandeling volledig resultaat verwacht.
Daarnaast moet ook rekening gehouden worden of de dieren gewassen worden (of bij honden veel zwemmen) en of een omgevingsbehandeling zinvol is.
Als een vlooienplaag aanwezig is kan het weken tot maanden duren voordat er geen vlooien meer gezien worden. Dit komt omdat de poppen van de vlo wel tot een jaar in de omgeving aanwezig kunnen zijn en er zo steeds volwassen vlooien op de kat komen. Zelfs bij een juiste toediening van een vlooienmiddel kunnen er dan altijd vlooien worden gevonden die kort ervoor op het dier zijn gesprongen.
Wat moet u weten over vlooien:
-
Alleen de volwassen vlooien worden op kat aangetroffen. De eitjes en onvolwassen stadia bevinden zich in de omgeving. Slechts 5% van het “vlooienprobleem” zit op uw kat, de rest ligt in de omgeving.
-
Onbehandelde katten, honden of andere dieren zoals egels, konijnen en andere wilde zoogdieren kunnen als infectiebron dienen. Ze kunnen een directe bron van infectie met volwassen vlooien vormen, vooral als de dieren nauw met elkaar in contact staan, maar meestal besmetten ze de omgeving met eitjes en vindt infectie plaats met nieuw uitgekomen vlooien.
-
Na de eerste bloedmaaltijd heeft de vlo dagelijks een bloedmaaltijd nodig om te overleven en zal meestal op hetzelfde dier blijven gedurende de rest van zijn leven. De maximale overlevingstijd van volwassen vlooien is 160 dagen, maar de meeste overleven 1 tot 3 weken op hun gastheer, omdat deze de vlooien vaak uit de vacht likt. Zonder gastheer kan de volwassen vlo slechts enkele dagen overleven.
-
De eiproductie vindt altijd plaats op de gastheer, vaak al binnen 48 uur na besmetting, waarbij een vrouwelijke vlo gemiddeld 20 (maximaal 50) eitjes kan leggen. De eitjes vallen van de vacht af in de omgeving. Na enkele dagen zullen de larven uit de eitjes komen.
-
Larven voeden zich met huidschilfers en vlooienpoep uit de omgeving. Ze zijn lichtschuw en worden daarom vooral aangetroffen in kieren en diep in dekens, meubels of tapijt.
-
Uiteindelijk verpopt de larve zich en kan als cocon wel 6 tot 12 maanden blijven liggen tot de omstandigheden optimaal zijn om te ontpoppen.